Category:

Hoe een incasso procedure €0.5m kan opleveren

In een incasso kort geding eist William House XVIII B.V. een bedrag van EUR 500.000,= van één van Van Omme & De Groot Participatiemaatschappij B.V. Laatstgenoemde is één van de twee bestuurders van William House XVIII B.V.

Deze recente uitspraak is opmerkelijk, omdat een geldvordering in kort geding niet vaak wordt toegewezen. Advocaat procesrecht Dirk de Waard legt uit.

Het opeisen van de rekening courant vordering

“Uit de uitspraak volgt dat tussen de bestuurder en de vennootschap een bedrag van bijna EUR 500.000,= in een rekening-courant verhouding was geboekt. Dit wil zeggen dat de bestuurder een schuld heeft aan de vennootschap en dat die schuld in rekening-courant was opgenomen.

De vennootschap wilde de vordering opeisen om zo een kostbare bodemprocedure tegen een aannemer te kunnen financieren. De bestuurder stribbelde tegen en weigerde het bedrag aan de vennootschap over te maken door te stellen dat:
A. de hoogte van het bedrag onjuist was en
B. de vordering niet opeisbaar was.

Weerspiegeling in kantoorgebouw

De drie criteria die van belang zijn tijdens een incasso kort geding

In geval van een geldvordering in kort geding zal iedere voorzieningenrechter terughoudend optreden.
Pas als voldaan is aan de volgende drie vereisten zal de voorzieningenrechter in kort geding een geldvordering eventueel toewijzen:

  1. er moet sprake zijn van een spoedeisend belang;
  2. de vordering moet in hoge mate aannemelijk zijn en vaststaan;
  3. de voorzieningenrechter toetst het restitutierisico, namelijk het risico dat de schuldeiser in hoger beroep de vordering niet meer kan terugbetalen.

Er was voldoende spoedeisend belang en geen restitutierisico

Vanwege de noodzaak om de procedure tegen de aannemer te voeren meende de voorzieningenrechter dat er in ieder geval sprake was van voldoende spoedeisend belang.

Aangezien een aan de vennootschap gelieerde partij tijdens het incasso kort geding verklaarde dat zij garant stond voor terugbetaling was ook de vrees voor restitutierisico weggenomen.

Aan twee van de drie vereisten was aldus voldaan.

Vordering bleek ook voldoende aannemelijk

Normaal gesproken zal de voorzieningenrechter zich gedurende een incassoprocedureincassprocedure terughoudend opstellen. In kort geding is namelijk geen tijd voor bewijsvoering.

Toch ging de voorzieningenrechter ver om de vennootschap uiteindelijk gelijk te geven door de totstandkoming van de rekening-courantverhouding te onderzoeken.

De totstandkoming van de rekening-courantverhouding

Artikel 6:140 lid 2 BW bepaalt dat de partij die de rekening-courant bijhoudt deze jaarlijks afsluit en het gespecificeerde saldo mededeelt aan de wederpartij.

Uit lid 3 volgt dat, indien de wederpartij niet binnen redelijke tijd tegen het medegedeelde saldo protesteert, het saldo tussen partijen als vastgesteld geldt.

Uit de uitspraak volgt dat Van Omme & De Groot Participatiemaatschappij B.V. vaak over het saldo in rekening-courantverhouding is geïnformeerd, maar hiertegen niet heeft geprotesteerd.

Vandaar dat de voorzieningenrechter ervan uitkon gaan dat het saldo correct was. De vordering van EUR 500.000,= lag daarom voor toewijzing gereed.

Van Omme & De Groot Participatiemaatschappij B.V. werd daarom in kort geding veroordeeld tot betaling van het saldo in rekening-courant aan William House XVIII B.V.”

VIOTTA assisteert u graag tijdens een incassotraject

VIOTTA is een advocatenkantoor dat gespecialiseerd is op het gebied van complexe incassotrajecten. Onze partners zijn bekend in de advocatuur dankzij hun internationale carrières en expertise.

Bij VIOTTA hoeft u niet bang te zijn voor onaangename verrassingen: wij zijn transparant in onze communicatie en kosten. Wij staan u bij van begin tot eind en zorgen dat u er uiteindelijk beter uitkomt.

By VIOTTA.

Recent cases.

This is what we do best.

Expertise.